De veiligheidsmaatregelen uit het voorschrift ter voorkoming van ongevallen (BGV B2) dienen in acht te worden genomen. Daartoe behoren o.a.:
- Niet in de straal of directe reflecties kijken, ook niet met optische instrumenten.
- Duidelijke vermeldingen van het laserbereik d.m.v. waarschuwingstekens en/of borden op/in toegansroutes.
- De laserstraal dient zich duidelijk onder of boven c.q. niet op ooghoogte te bevinden.
Verantwoordelijk voor de naleving van de veiligheidsmaatregelen is de exploitant van het laserapparaat. Deze dient er ondermeer voor te zorgen dat de laserapparatuur is ingedeeld in een laserklasse en als zodanig is gemarkeerd. Het gebruik van lasers uit klasse 3R, 3B en 4 dient bij de arbeidsinspectie en de beroepsvereniging worden gemeld. Tijdens het ingebruik hebben van deze lasers dient het werkingsbereik hiervan afgebakend en gekenmerkt zijn. Bovendien dient de exploitant van de laser klasse 3R 3B en 4 bevoegde personen als laser veiligheidsfunctionaris aan te stellen. Het personeel, de laser apparaten van klasse 1M, 2, 2M, 3R, 3B of 4 van toepassing of kan blijven op het gebied van lasers laser klasse 3R, 3B en 4, moeten worden geïnformeerd over de effecten van laserstraling en de nodige beschermende maatregelen. Voor het werken met lasers klasse 3R, 3B en 4, moet de exploitant passende laserbrillen, kleding en/of handschoenen ter beschikking stellen. Ook voor de naleving van de specifieke veiligheidseisen en bij het werken met verschillende soorten lasers, is de exploitant verantwoordelijk.